Stapje terug
#Den Bosch
#cultuur
#destad
#events

Veranderen in Expositie Veranderland

Een megakonijn van stro, een toverbal, jutezakken en de film Bambi zonder Bambi… Wat heeft dat met het Brabantse landschap te maken? Wij, Imke, Lotte en Britt, brachten een bezoek aan de tentoonstelling Veranderland in Het Noordbrabants Museum en vroegen het aan curator Floris van Alebeek            

Door middel van een tour neemt Floris ons mee door de tentoonstelling. Hij vertelt ons over het museum, de kunst en het curatorschap. Wanneer er een nieuwe tentoonstelling wordt gemaakt bij Het Noordbrabants Museum wordt er uitgegaan van een van twee hoofdstromen: aards, alles wat gaat over mens en natuur, en hemels, alles wat gaat over een leven na de dood. Veranderland past binnen deze eerste categorie en richt zich op het veranderde landschap van Brabant. De expositie is multimediaal. Zowel schilderkunst, archiefmateriaal, foto's, videowerken en installaties zijn te bewonderen. Daarnaast is er de Podwalk, die de mogelijkheid biedt om bij verschillende punten audio fragmenten te beluisteren. Uiteindelijk beland je, zeer toepasslijk, terug in de natuur van het Bossche Broek. 

Ons gesprek met Floris begint passend buiten op het voorplein van het museum. De bloementuin, waar we 5 minuten eerder kletsend voorbij waren gelopen, blijkt een kunstwerk op zich. De symbolische bloemen en planten overvloeien, en niet zonder voorbedachte rade. Een goede reminder voor ons om onze ogen éxtra goed open te houden tijdens de rondleiding.  

The Great Wave off Tilburg  

Floris neemt ons mee naar het eerste thema van de tentoonstelling, “Woeste Gronden”. De eerste vraag brand los, want wat zijn Woeste Gronden? Floris begint meteen enthousiast te vertellen; “Met de term Woeste Gronden verwees men vroeger naar plekken die ontgonnen moesten worden omdat ze weinig waarde hadden voor mensen. De term is dus geladen, zoals onkruid.” De kunstwerken in de eerste zaal reflecteren allemaal op deze “nutteloze” landschappen, waar we nu misschien juist naar verlangen. Zo vonden wij de term Woeste Gronden juist aantrekkelijk klinken, als een plek die we wel eens wilden bezoeken. In de zaal wordt de film Mastering Bambi (2020) van Margit Lukács & Persijn Broersen afgespeeld. Deze film speelt precies in op dat onrealistische verlangen door het woeste landschap wat de achtergrond van Bambi is te laten zien, zonder de schattige diertjes.  

Het onrealistische verlangen naar terug willen naar de Woeste Gronden is iets wat vaker terugkomt in ons gesprek met Floris. Hij vertelt ons dat de natuur in alle tijden gebruikt werd door mens, bijvoorbeeld door konijnen te houden en bessen te plukken.  

Niet alleen ons verlangen is onrealistisch, kunstenaars hebben er volgens Floris ook een handje van om de realiteit te vervormen. Als we voor het schilderij Het jachtterrein van de Graaf van Hogendorp bij Tilburg, 1825-1845 van Mattheus Derk Knip staan, grapt Floris over de theatrale golf van zand die in het echt helemaal niet zo groot kan zijn: “Het is net de Great wave off Kanagawa maar dan van zand, voor Brabant. Dat is eigenlijk wel heel leuk, ónze Great Wave.” 

Een beetje sentimenteel  

De jutezakken in de eerste zaal maken bij het thema “Ontginning en Onderwerping” plaats voor blauw steigernet wat gebruikt wordt in de landbouw om vogels weg te houden bij gewassen. In deze zaal wordt de impact van de mens op de natuur in Brabant pas echt zichtbaar. Voor de Nota Industriespreiding (1947-1948) staan we even stil. We zien hier een kaart van Brabant met allerlei cirkels. Het middelpunt van elke cirkel is een nieuwe industriële kern, netjes op maximaal 6km fietsen. Dicht genoeg bij de kerk zodat mensen wel onderdeel bleven van een gemeenschap en zich “netjes” bleven gedragen. Het doel van dit plan Welvaartsplan was dat mensen in dorpen konden blijven wonen. Helaas heeft dit geresulteerd in de verstedelijking en industrialisatie van Brabant. Een mooi besefmomentje dat je ondanks alles plannen en uitzoeken, je niet altijd weet wat er in de toekomst gaat gebeuren.  

Floris benadrukt dat de tentoonstelling geen meningen in het gezicht van bezoekers wilt wrijven. “Het is niet de bedoeling om nostalgisch te gaan zwemelen over hoe het ooit was, daar heeft namelijk niemand iets aan, en dat kan ook leiden tot een soort ‘laat maar zitten dan’ loomheid. De situatie van nu is wat het is. Uiteindelijke boodschap die we mensen meegeven is hoopvoller.” 

We vragen Floris over zijn persoonlijke gevoel bij de verstedelijking en ontginning van de Woeste Gronden. “We kunnen niet meer terug, want in 1850 woonde er een tiende van het aantal mensen dat er nu leeft. Brabant heeft nu 2,5 miljoen inwoners en die hebben meer ruimte nodig met z'n allen. We eisen ook meer zoals een vrijstaand huis met tuin, eten wat bezorgd wordt en een snelweg naar Schiphol. Maar de Grote Peel is nu bijvoorbeeld een soort postzegel vergeleken met wat het vroeger was, en 1 van de 2 plekken waar kraanvogels broedden. En dan kun je zeggen, ‘Misschien een beetje sentimenteel Floris van Alebeek’, maar ik vind dat toch een gemis.” We zijn even stil. Ook wij voelen het gemis.   

Gehypnotiseerd door het vuur  

In de ruimte “Crises”, uitkijkend over een simulatie van een langzaam oplaaiende bosbrand van David Claerbout. Het voelt maf om rustig voor een bosbrand te kunnen zitten, als een soort haardvuur wat je op de televisie aanzet, en een gesprek te voeren, iets dat Floris beaamt: “Ben je nou aan het genieten van wat je ziet, ondanks dat het eigenlijk rampzalig is?” Met onze gezichten die flikkeren in het oranje licht duiken we verder in het werk van Floris. Hij vertelt ons dat er bij de opbouw van de expositie gekeken wordt naar werken die passen bij het overkoepelde thema Aards. Vervolgens gaat hij samen met collega's kijken welke werken écht in de tentoonstelling moeten. Hierbij wordt er zowel gelet op esthetisch mooie werken, maar ook op werken van historische waarde die mogelijk “geen kunstwerk in de nauwere definitie van het woord” zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het eerdergenoemde Nota Industriespreiding. Tussen de werken uit het depot worden verbanden gelegd en thema's bedacht. Bij deze thema's wordt vervolgens kunst gezocht die hierbij aansluit door het bestuderen van portfolio's van kunstenaars. Zo is dus ook het werk van Claerbout in Den Bosch terechtgekomen!  

Floris vertelt ons ook dat, tot onze grote verbazing, niet alleen hij als curator en de vormgevers de lay-out bedenken, maar ook de kunstenaars zelf hebben hier zeggenschap in. Zo heeft Claerbout aangegeven dat het kunstwerk geleend kon worden, mits alle muren in de ruimte antraciet geverfd werden. We kijken even om ons heen, en moeten dan toegeven dat dit inderdaad ervoor zorgt dat de video uit de ruimte springt. Volgens Floris is dit overigens heel gebruikelijk. Het gesprek met kunstenaars en galeriehouders voelt vaak als een leuk spel, geeft hij toe. Bij oude kunstwerken komen er weer andere dingen bij kijken, zoals klimaatbeheer, hoe druk het mag zijn op zaal en of er bijvoorbeeld een hekje geplaatst moet worden. We vinden het eigenlijk wel een mooi idee, dat er zoveel liefde gaat in het tentoonstellen van kunst. Maar wat als je dan niet aan die eisen kan voldoen? Floris legt uit dat er altijd overleg kan worden en compromissen gesloten kunnen worden. Echter, de kunstenaars weten vaak wel wat ze kunnen vragen.  

Vanuit een onverwachte hoek besluit Imke ook nog even aan Floris te vragen wáarom hij eigenlijk in Het Noordbrabants Museum is gaan werken. Hatsa, even de persoonlijke hoek in. Floris neemt even een momentje terwijl het vuur om zich heen grijpt in het videowerk voor ons. En dan vertelt hij dat hij ten eerste uit de omgeving komt, dus een hart heeft voor Brabant; “Wat ik leuk vind aan de collectie is dat er best wat dingen typisch zijn aan Brabant vergeleken met het nationale verhaal. Bijvoorbeeld het problematische idee van een Gouden Eeuw werkt niet alleen niet voor koloniale geschiedenis, maar werkt ook niet voor de geschiedenis van de periferie van Nederland. De 17de eeuw was voor Brabant geen Gouden Eeuw en dat was het ook niet voor Drenthe en ook niet voor Limburg.” Daarnaast komt er in het Noordbrabants Museum voorwerpen met historische en esthetische waarde samen. Ook niet onbelangrijk, de organisatie is jong en er is veel enthousiasme om nieuwe dingen te gaan proberen.  

Een mega konijn van stro met een megaverhaal 

Met dit persoonlijke inkijkje achter de rug is het dan ein-de-lijk tijd om het te hebben over het “konijn in the room”, het enigszins intimiderende konijn van stro in de ruimte “Kruispunt”. Je kunt 'm van een afstand al ruiken en met gesloten ogen lijkt het net alsof je een boerderij in Deurne kunnen staan. Het kunstwerk is gemaakt door Erik van Lieshout en wordt vergezeld door een film van de kunstenaar. De reden: de boerderij waar hij verbleef in Deurne kwam in aanmerking om een konijnenfarm te worden. Op een konijnenfarm worden konijnen gehouden voor het maken van serum. De konijnen krijgen slangengif toegediend en het serum dat ze produceren wordt vervolgens bij mensen als antigif gebruikt. Van Lieshout gaat over het boerenleven in gesprek met mensen die anders niet zo snel te horen zijn in het museum. Daarnaast brengt hij in zijn gesprekken controversiële onderwerpen naar boven, zoals arbeidsmigranten, mestoverschotten en de stikstofproblematiek. Floris vertelt ons over de werkwijze van Van Lieshout; “Erik heeft een hele kinderlijke en ontspannen manier van omgaan met mensen, hij heeft een camera op navelhoogte hangen en hij filmt je terwijl hij met je aan het praten is. Dit heeft hij mij ook geflikt!”  

Dit idee van co-creatie neemt een andere vorm aan in het kunstwerk van Semâ Bekirović, All that is solid, (2024). Op het scherm is een reusachtige toverbal te zijn, die wordt opgesnoept door bijen, wespen, motjes en vliegjes. De ingrediënten zijn goedgekeurd door boswachters en ecologen. Hoe meer de insecten smullen, hoe meer kleuren zichtbaar worden. In de woorden van Floris: “Een briljant idee”. Zo veranderen en maken de insecten het kunstwerk. 

Wat nu?? 

Na deze rollercoaster door de veranderde natuur te hebben overleefd, staan we op “Het Erf”. De muur hangt vol met allerlei erfjes om de boodschap over te brengen dat je in je eigen tuin al heel veel kan doen. Er kan frustratie zijn omdat er te weinig wordt gedaan met de angsten van mensen over het veranderde landschap, maar in je eigen omgeving; je straat, je wijk, je gemeente, kun je een veel grotere stempel drukken op wat er gebeurt. Aldus Floris: “Na de crisis in de ogen te hebben gekeken en alle ellende van Erik van Lieshout te hebben gezien, wilden we mensen toch iets meegeven waar ze zelf mee aan de slag kunnen. Alleen maar sikkeneuren over wat er verloren is, is niet de meest leuke gedachte om mee te eindigen.”    

Dus wij eindigen dit artikel ook op een positieve noot! We willen Floris ontzettend bedanken voor zijn openheid, tijd en alle kennis die hij met ons heeft gedeeld. Wat een cadeautje was deze expositie, een echte aanrader! Veranderland is nog te bezoeken t/m 27 oktober.  

Expositie

Veranderland

Wil jij graag naar de expositie Veranderland in Het Noordbrabants Museum? Of meer weten over de expositie en de vaste collectie van het museum?